Tip van Partena Ziekenfonds: Beweeg er op los!

Ondanks dat kinderen van nature graag bewegen, zitten heel wat jonge kinderen al teveel stil (in de klas, tijdens het eten en vaak ook 's avonds nog voor de tv of de computer). Jonge kinderen hebben minstens 2 uur per dag beweging nodig.

Een actieve levensstijl stimuleert de verstandelijke en sociale ontwikkeling. Kinderen hun zelfvertrouwen en sociale vaardigheden nemen toe, ze voelen zich goed in hun vel en ze zijn positiever ingesteld.

Er zijn 12 fundamentele bewegingsvaardigheden, die je op een creatieve manier kan invullen. We geven je enkele concrete ideetjes om meer bewegingsmomenten in het dagelijks leven van je kind in te bouwen zonder dat je daarvoor veel extra tijd moet vrijmaken.

Trekken en duwen: Ga je samen naar de winkel? Laat je kind dan zijn eigen winkelkaartje nemen. Het manoeuvreren tussen de rekken is voor deze beweging ideaal!

Wandelen en lopen: Schaduwlopen – schaduwtikkertje: laat je kind op de straat lopen op zoek naar zijn eigen schaduw. Laat je kind het gegeven schaduw ervaren door het veranderen van richting, snel en traag lopen, … Laat je kind kijken wat er gebeurt met de schaduw.

Vangen en werpen: Laat je kinderen een opgerolde kous in de lucht gooien en terug vangen terwijl ze hun propere was opbergen. Laat hen de sokken ook eens vangen met hun niet-dominante hand.

Klimmen: Voor deze manier van bewegen kan je terecht in een speeltuin in de buurt. Je  kan de klimbewegingen ook nabootsen door tussen twee bomen een touw te spannen zoals een spinnenweb. Zo moeten ze de benen opheffen en de armen uitstrekken om door het web heen te kunnen kruipen.

Springen en landen: Heb je nog wat kartonnen bordjes over van een verjaardagsfeestje? Schilder ze dan in vrolijk kleuren, en maak een parcours in de tuin of in het park. Het ene kindje mag enkel springen van het ene oranje bordje naar het andere, terwijl het andere kindje enkel op de groene bordjes mag landen.

Heffen en dragen: Heb je net samen boodschappen gedaan? Laat de flessen water dan een per een binnenbrengen door je kindje. Zo zijn zij even zoet terwijl jij rustig de andere inkopen kan opbergen.

Glijden: Breng een bezoekje aan de speeltuin in de buurt. Die hebben meestal wel een glijbaan in de aanbieding! Of is het warm weer buiten? Je kent vast wel de truc met de vuilniszak en de bruine zeep. En glijden maar!

Zwaaien: Maak een zeepsopje. Geef je kind een vliegenmepper en laat hem/haar die in de emmer soppen. Door met de mepper te zwaaien komen er kleine zeepbelletje tevoorschijn…

Slaan:  Maak muziek in de keuken door op en met allerlei voorwerpen te trommelen.

Dribbelen: Laat je kind een ballon al tikkend met de hand in de lucht te houden.

Roteren: Zoek een grasveld uit dat breed en diep genoeg is, en laat enkele kinderen, in plaats van te lopen, om ter eerst rollen naar de finish. Hilarische taferelen verzekerd!

Trappen: Zoek een muur waar je cirkels in verschillende groottes mag op krijten. Hoe kleiner de cirkel, hoe groter het cijfer dat je in het midden van de cirkel tekent. Geef je kindje een bal en plaats hem/haar enkele meters verderop. Laat hem/haar nu de bal 10X  trappen naar een van de cirkels, telkens opnieuw, terwijl ze de cijfers optellen.

Veel plezier!